Boerenworst met mosterdpuree en gebakken uien

 

4 braadworsten

4 dikke uien, in halve ringen

1 kg aardappelen, kruimig

1 dl melk

1 ei

1 el suiker

2 el pittige mosterd, naar smaak.

Scheutje azijn

Peper en zout

 

 

Haal de worsten ruim van tevoren uit de koelkast en laat ze op kamertemperatuur komen.

Schil de aardappelen, snij ze in grove stukken en kook ze gaar met een snuf zout

Smelt een klontje boter in een flinke braadpan op matig vuur en stoof de uien samen met de suiker.

Regelmatig omroeren en laat ze maar rustig bruinen en karameliseren.

Prik enkele gaatjes in de worsten.

Smelt een klontje boter in een andere braadpan en kleur de worsten op matig vuur, zodat de boter niet verbrandt.

Laat ze een goudbruin korstje krijgen.

Doe het deksel op de pan en laat de worsten garen zonder te verbranden.

 

Gier de aardappelen af zodra ze gaar zijn, doe er een klont boter bij en de melk en stamp de aardappelen tot puree. (géén nootmuskaat of peper)

Breek het ei boven de puree en stamp het onmiddellijk erdoorheen.

Een extra klont boter is wel lekker.

Voeg er een deel van de mosterd aan toe en proef het resultaat.

Doe er naar smaak meer mosterd bij.

Kruid de puree met zout, naar persoonlijke smaak.

Kruid de gebruinde uien met wat peper en zout en een zuinig scheutje azijn en roer het goed door.

Serveer de worsten op verwarmde borden en leg er een portie uien bij.

Doe er een schep puree bij en maak daar een kuiltje in.

Lepel daar een beetje braadvet van de worsten in.