Karbonades in rode wijn
4 personen
4 schouderkarbonades
25g boter
3 tenen knoflook, in plakjes
2 rode uien, in dunne schijfjes
250g kastanjechampignons
4 takjes tijm, in kleinere takjes gebroken.
150 ml paddenstoelenbouillon, van tablet
150 ml rode wijn.
Wrijf de karbonades in met zout en peper.
Verhit de boter in een hapjespan en bak ize in 4 – 5 min bruin.
Keer ze halverwege.
Verdeel de knoflook, de ui en de champignons rond het vlees en bak alles nog 3 – 4 min, schep de groenten regelmatig om.
Verdeel de takjes tijm tussen de groenten.
Schenk de bouillon en de wijn langs de rand van de pan bij het vlees of warm het even apart op, voor je het erbij giet.
Stoof de karbonades op matig hoog vuur in 45 à 50 min zachtjes gaar, keer ze af en toe en laat het vocht intussen inkoken tot een lichtgebonden jus.
Lekker met gekookte aardappelen of aardappelpuree en witlof of sperciebonen.