Rendang           

4 personen                 

 

1 kg magere runderlappen    

4 uien  

6 tenen knoflook           

10 rode spaanse pepers (lombok)           

5 kemiri nootjes            

1 theel koenjit              

1 theel laos                  

1 theel gemberpoeder              

zout                

1 blokje santen 

1 stengel sereh

1 blaadje djeroek poeroet

1 theelepel suiker

           

 

Laat het vlees op kamertemperatuur komen en snij het in blokjes.

Pel en snipper de uien en de tenen knoflook. 

Verwijder de zaadjes uit de pepers en snij ze in reepjes.   

Rooster de kemiri's in een droge koekepan goudbruin.        

Pureer ui, knof, peper, kemiri's, koenjit, laos, gember en zout in machine.      

Breng in pan een liter water aan de kook en laat de santen oplossen.         

Roer het kruidenmengsel erdoor en voeg de sereh en djeroek poeroet eraan toe.        

Voeg de blokjes vlees toe en laat het onafgedekt in ca 3 uur zachtjes gaar worden, tot de blokjes omhuld worden door een echt dikkesaus.

Breng de rendang op smaak met suiker, zout en peper.  

 

Serveer met witte rijst.