St. Jacobsschelpen met witlof, ham en kaas
Voorgerecht, 8 personen
7 stronken witlof
150g Yorkham, in reepjes van 2 mm
100g Old Amsterdam, geraspt
1 pot gevogeltefond 380 ml
1 beker slagroom 250 ml
75g boter
2 zakken sint-jacobsschelpen, ontdooid (à 300g)
Halveer de stronken witlof in de lengte.
Doe de helft van de ham met het lof, de kaas en de fond in een pan.
Breng het tegen de kook aan en laat, op laag vuur, 20 min smoren.
Roer regelmatig.
Zeef de saus en schenk terug in de pan. (witlof, ham en kaas worden verder niet gebruikt)
Voeg de slagroom toe en breng opnieuw aan de kook.
Laat op laag vuur 10 min inkoken en breng op smaak met peper.
Snij intussen de onderkant van de stronken witlof en snij het lof in de lengte doormidden.
Verwijder de harde kern en snij het lof in de lengte in reepjes.
Verhit de helft van de boter in een koekenpan en bak het lof op hoog vuur, 4 min.
Dep de jacobsschelpen droog met keukenpapier en bestrooi ze licht met peper en zout.
Verhit de rest van de boter in een andere koekenpan en bak de schelpen in 3 min goudbruin.
Keer halverwege.
Verdeel het gebakken lof over 8 verwarmde borden of een schaal en leg de schelpen erop.
Schep de saus erover en garneer met de rest van de ham.