Limburgs zoervleisj

 

1 kg magere runderlappen

2 dl wijnzaijn

2 tl zout, versgemalen peper

2 laurierblaadjes

2 kruidnagels

2 jeneverbessen

2 tl gedroogde tijm

4 grote uien,

100g boter

2 el bruine suiker

4 plakken ontbijtkoek

1 el bessengelei

 

 

Snij het vlees in blokken.

Vermeng in een kom de azijn met het zout en peper.

Voeg kruidnagel, laurierblad, jeneverbessen, tijm en blokjes vlees toe.

Kneed goed door, dek af en laat een nacht in de koelkast staan.

Snipper 1 ui en snij de rest in dunne ringen.

Verhit 25g boter in een koekenpan en fruit de uien hierin.

Schep het vlees uit de marinade en dep het droog.

Zeef de marinade en bewaar 2 dl.

Smelt de rest van de boter en bak hierin het vlees rondom bruin.

Voeg uien, suiker en marinade toe.

Laat twee uur zeer zachtjes pruttelen op het kleinste gaspitje met sudderplaatje.

Doe een half uur voor tijd de verkruimelde ontbijtkoek erbij.

Neem, ná de kooktijd, de pan van het vuur en en roer er de lepel bessengelei door.

 

Serveer met frieten of kruimige gekookte aardappelen en sla.

Een biertje smaakt er prima bij.

 

Dit gerecht een dag van tevoren klaarmaken maakt het nog lekkerder.